China, Datong, 25 juli 2010
Aan de grens van de Mongoolse kant zitten wij 1,5 uur opgesloten in de trein, wachten op de douane procedures, de airco is uit, afzien! Aan de andere kant van China duurt het nog langer, de treinstellen worden eerst los gekoppeld, daarna opgetild en de wielen verwisseld, de Chinezen hebben andere spoorbreedte. Al die tijd zijn de wc afgesloten, wij moeten in totaal meer dan 4 uur ophouden, afschuwelijk! Als wij allemaal een stempel hebben in de pasport mogen wij eindelijk de trein uit, de toiletten en de enige supermarkt op het station doen goede zaken.
Wij stappen bij Datong uit. Na de ontberingen in Mongolië hebben wij een luxe hotel geboekt, een taxirit naar de hotel kost € 1,25, wij gaan niet lopen! Datong is de kolenmijnenstad van China, daar komen wij niet voor, het is ook de stad van de drakenmuur, wij bezoeken om de hoek van de hotel de drakenmuur museum. Een gigantische muur met 9 verschillende afbeeldingen van de draken.
Wij doen het in stijl, en nemen een prive taxi naar even buiten de stad, de Yungang grotten. Er zijn in totaal 45 grotten. In de grotten zijn er heel veel Boeda beelden met de hand uitgehakt, sommige gigantisch groot, met als versiering de rest van de muren vol met kleinere en heel kleine Boedabeelden. Wij zijn blij verrast, zo’n prachtige plek maar toch zo onbekend.
De volgende dag nemen wij weer een prive taxi naar de Heng mountain. Met de kabelbaan gaan wij de berg op, via slingerende bergpaden lopen wij van de ene Taoistische tempel naar de andere. Terug naar beneden gaan wij naar nog een tempel, wij bewaren de beste voor het laatst, aan de voet van de Heng mountain, aan een klif hangt de Hanging temple. Op de nauwe trappen klimmen wij van de ene kleine vertrek naar de andere, wij lopen op de eng lage balkon, onder ons de houten palen aan de klif…
Terug in Datong ontdekken wij nog een Drakenmuur met 5 draken, om de hoek nog een vrouwelijke variant, de Finiksenmuur.