Als wij om 6 uur savonds worden opgehaald is het -32 graden, oei! Het besturen van de scooter is niet moeilijk, in een rij van 8 scooters beginnen wij rustig door het mooie bos, sommig dunne bomen staan krom van het gewicht van de sneeuw. Als wij de rivier bereiken gaan wij harder rijden, wij halen soms meer dan 50 km per uur, het gezicht en de tenen en de vingers doen pijn van de kou. Langs de oever stoppen wij voor een hutje. In het midden van het hutje wordt een vuur gestoken, pannen erop en wij nemen even later onze dinner. Buiten doe ik mijn handschoen uit en steek ik een sigarret op, na een minuut maak ik de sigaret uit, mijn vingers doen vreselijk pijn van de koud. Helaas is er geen noorderlicht te zien vanavond. Wij maken ons op voor de terugweg. Terug bij de scooterplaats heeft Hans een paar bevroren plekjes op zijn gezicht en zijn neus, de sjaal die hij om zijn mond slaat staat helemaal wit van de ijs, ik bespeur nog een beetje ijs uit zijn neusgat.Bij mij blijft de schade tot een plekje op mijn neus, dankzij dat ik kan schuilen achterop bij Hans op de scooter. Bij de receptie informeren wij bezorgd over de plekjes die bevroren waren geweest. De mevrouw stelt ons gerust, niets aan doen, het gaat later beetje vervellen en dan is het weer goed. Hans zit te denken om morgen nog een keer te gaan rijden, hij vindt het super gaaf die sneeuwscooter.
3 jan 2010
Zweden, sneeuwscootertocht, 30 december 2009, reisdagboek 4
De volgende dag maken wij een wandeling door de enige weg van het dorp, welgeteld 1 km lang. Aan het eind zijn de enige 2 bezienwaardigheden van Jukkasjarvi, een kleine houten kerk en een Sami buitenluchtmuseum. Terug in de hotel rusten wij uit, voorbereiden op de volgende avontuur, vanavond gaan wij sneeuwscooteren, opzoek naar de noorderlicht.